Als je aan een willekeurig persoon vraagt ‘wat was vroeger jouw favoriete spel tijdens de gymles?’, dan zul je negen van de tien keer te horen krijgen: ‘apenkooien!’. Maar ik denk dat het spel dat centraal staat in Challengerszeker in menig top 3 terechtkomt. In Challengers speel je ‘capture the flag’ in toernooivorm. In verschillende rondes (in totaal zeven) speel je steeds een één-tegen-één-wedstrijd, waarna de twee beste spelers het uit moeten vechten in de finale der gymlessporten.
Er zitten vier verschillende matten in de doos. Dit zijn de speelvelden. Met minimaal één speler is het spel al te spelen, dan speel je tegen een robot. Net als bij een oneven aantal spelers. Maximaal acht spelers kunnen er meedoen aan het toernooi (gekkenhuis!). Challengers is een deck building game. Aan het begin van het spel krijgt iedereen (hetzelfde) deck. Daarna pak je voordat iedere wedstrijd begint kaarten uit de A-, B-, of C-houder. Op de overzichtskaart staat hoe veel kaarten er uit een houder gepakt mogen worden en uit welke houder dit gebeurt. Dit is afhankelijk van de fase van het spel. Op iedere kaart staat wat de kracht is, welke speciale eigenschap de kaart heeft en hoe vaak de kaart in het spel voorkomt. Na het kiezen van de kaarten, mogen er kaarten uit het deck weggegooid worden.
Nu begint de wedstrijd en valt er niets meer te kiezen of te bedenken. Het lot bepaalt de volgorde. De speler die begint legt de bovenste kaart open en wint hiermee de vlag. De andere speler blijft net zo lang kaarten opengooien totdat diegene de kracht van de vlagdrager van de andere speler evenaart. Als dat gebeurt, wordt de vlag gewonnen en gaan de open kaarten van de andere speler naar de bank. De laatst gespeelde kaart van de speler die zojuist de vlag heeft veroverd, draagt vervolgens de vlag. De kracht van die kaart geldt dus. Dit gaat net zolang door totdat ofwel een speler geen kaarten meer over heeft en aan de beurt is ofwel het aantal verschillende kaarten dat naar de bank gestuurd wordt te groot wordt waardoor er geen plaats meer is op de bank. Het is dus wijselijk om een gebalanceerd deck te bouwen.
Net als vroeger probeer je ook nu weer fans te krijgen. Was je vroeger misschien bezig met de populairste jongen of het populairste meisje van de klas te worden (want dat kon met dit soort basale activiteiten), levert het nu ‘slechts’ overwinningspunten op. Fans ontvang je door de wedstrijden te winnen, maar ook sommige kaarten kunnen je fans opleveren.
Ik moet eerlijk zijn, er was wat scepsis aanwezig voordat het spel goed en wel begonnen was. Is het spel niet te veel gebaseerd op geluk? Hoewel de geluksfactor er zeker inzit, is de deckbuildingfase écht strategie. Als vervolgens blijkt dat jouw gekozen strategie ook nog eens (automatisch) blijkt te werken is dat zeker een lekker gevoel.
De vraag die resteert: welke gymsport verdient naast apenkooien en capture the flag een plek in de top 3? Hier is wat mij betreft geen discussie over mogelijk: trefbal.