Review: Bad Luck (Ravensburger)

Ongeluk, pech, onheil, tegenslag, malheur en rampspoed. Als het aan Murphy en zijn wet ligt gaat het vast fout en zit je opgezadeld met een hoop Bad Luck.  

Achtergrond

Misschien ken je de meme van Bad Luck Brian nog wel: een roodharige jongen met beugels in oudbollige kleding waar van alles mis mee ging. De verschillende macro-afbeeldingen met text waar Brian in onfortuinlijke situaties werd geplaatst waren voor veel internetgangers het toppunt van humor meer dan tien jaar geleden. Je zou bijna denken dat het spel Bad Luck over deze roodharige ongeluksvogel zou gaan, maar niets is minder waar. 

Ja, er zit een jongen met rood haar in Bad Luck, maar hij heet Mac en ik zie hem eerder voor me met een klavertje vier en niet vanwege zijn Ierse naam. Mac kan namelijk niet verliezen en speelt dit spel mee voor spek en bonen. De spelers kunnen wel verliezen (of winnen, maar dat komt minder vaak voor) en dat ligt geheel aan Murphy. Zowel de wet van Murphy als de zwarte kat met dezelfde naam.

De wet van Murphy (na vele vertalingen en hervertellingen) luidt ongeveer: “alles wat fout kan gaan zal fout gaan” en wordt vooral aangehaald als er een serie van onfortuinlijke gebeurtenissen elkaar opvolgen. Dat is ook een beetje de insteek van dit kaartspelletje van Ravensburger games dat voor het eerste in het Duits verscheen in 1998. 

Doel en spelopzet

Aan het begin van het spel krijgt iedere speler een Murphy kaart. Murphy is de ster van het spel. Op elke Murphy kaart Staten doel. Bijvoorbeeld: je mag alleen maar kaarten in een specifieke kleur hebben en je moet minstens een een bepaalde hoeveelheid kaarten op had hebben. De speler die als eerste drie van deze opdrachten weet te voltooien, wint Bad Luck. 

Naast een Murphy kaarten, krijgen spelers ook een hand met getallenkaarten. De eerste speler krijgt 8 kaarten en elke volgende speler krijgt en kaart meer. Er is ook een fictieve speler genaamd Mac. Deze geluksvogel kan maximaal 7 kaarten op ‘hand’ hebben (al liggen deze kaarten gewoon open voor hem op tafel). Aan het begin van het spel krijgt Mac een aantal kaarten voor zich. Tegenover Mac en zijn kaarten ligt de trekstapel en naast de trekstapel liggen ook twee aflegstapels. Elke aflegstapel begint met een open kaart. 

Spelverloop

Naast de Wet van Murphy kent ongeluk nog een extra regel: de regel van 1-2 of 2-1. Elke beurt wissel je of met Mac of met de stapels. Je pakt eerste 1 of 2 kaart(en) van een van deze ‘gebieden’ en vervolgens plaats je respectievelijk 2 of 1 kaart(en) terug. 

Er zijn getallenkaarten en actiekorting. Als je een blauwe actiekaart trekt, moet je gelijk de actie uitvoeren. Groene actiekaarten kun je inzetten tijdens je beurt in plaats van de 1-2/2-1 actie. 

Als je tijdens je beurt op een opdracht weet te voltooien (waar enkel de getallenkaarten meetellen) laat je die aan de andere spelers weten. Je draait de Murphy kaart om, laat je kaarten zien en alle andere spelers moeten hun huidige opdracht wegleggen: dikke vette pech als je goed op weg was om deze te vervullen. Iedere speler krijgt een nieuwe opdracht van Murphy en het spel gaat verder. 

Conclusie

Sommige opdrachten lijken onmogelijk en het spel zit vol met pesten. Het spel draait hierdoor voor een groot deel om geluk en frustratie. Met actiekaarten kun je tegenstanders flink pesten, door bepaalde getallen af te leggen of te pakken kun je een tegenspeler frustreren en door een opdracht te voltooien hebben andere spelers misschien voor niks gespaard. Hou rekening met een flinke dosis aan ongeluk en als je hier niet zo goed tegen kan, hou dit dan vooral in gedachte voor dat je dit spelletje zult proberen. 

Bad Luck is daarom ook met name geschikt voor spelers die gewoon lekker kaartjes willen leggen en het spelverloop niet te serieus nemen. Denk bijvoorbeeld ook aan Exploding Kittens of andere ‘ take that’-achtige spelletjes. Bad Luck en Murphy doen hun naam wel eer aan en de illustraties zijn schattig en vermakelijk.